Linda, inwoner:
Eentje ondersteboven, eentje met een knijpbril en een sigaret, eentje met de blote kont… Het is van zot, zotter, zotst, hier in de golven van de Noordzee. En daartussen dobbert nog een ferme bierbuik — het zou zelfs een pater kunnen zijn, aan zijn kapsel te zien.
Ensor heeft zich kostelijk geamuseerd met De baden, maar zijn artistieke vrienden in Brussel konden dit soort van humor toch maar half smaken. Het schilderij werd geweigerd op een tentoonstelling van La Libre Esthétique in 1895. De curator, Octave Maus, had wel een redelijk moderne smaak voor zijn tijd, en hij bewonderde ook Ensor zijn impressionistische werk, maar dit soort onderbroekenhumor? Non merci.
Toen koning Leopold II naar de vernissage kwam, trok Ensor zijn stoute schoenen aan en deed bij de koning zijn beklag. Die stuurde Maus stante pede naar het depot om het werk dan toch eens boven te halen. De vorst heeft vervolgens eens goed in zijn baard gelachen. Quote: “Mijnheer Ensor heeft niet overdreven, dat is precies hoe men baadt in Oostende. De zee en de baden hebben soms aangename verrassingen in petto.” Ensor haalde zijn slag thuis en De baden van Oostende kreeg meteen een ereplaats. Of het verhaal klopt, zijn we niet zeker, want het komt van Ensor zelf. Maar bon, als het niet waar is, is het toch goed gelogen.