Katrien, inwoner:
Die lange wapper met de telescoop, dat is Ensor zelf. Hij deed dat wel vaker, zichzelf zo een plekje gunnen op een schilderij. Als ultieme voyeur zit hij hier in de beste positie, bovenop de hoogste badkar, om zeker niets te missen van het spektakel op het strand. Hoe we zo zeker zijn dat het een zelfportret is? Wel, hij was effectief een lange en knokige figuur. Omdat hij vaak in een wijde zwarte mantel gekleed liep, was zijn bijnaam in de volksmond in Oostende trouwens Pietje de Dood.
Wie er nog aan twijfelt, moet maar eens kijken naar dat andere zelfportret dat Ensor schilderde bij een strandkabientje: l’Appel de la Sirène, in het Nederlands De lokroep van de zeemeermin. De lange slungel in gestreept badpak houdt bibberend de armen gekruist wanneer een voluptueuze vrouw hem lonkt. Het schilderij is een parodie op een populair postkaartje uit die tijd, waarin een badmeester een angstige vrouw uitnodigt in het water.
De moeder en tante van Ensor verkochten dat kaartje in hun souvenirwinkel. Maar Ensor heeft de rollen omgedraaid: nu is het de man die de stap niet durft te zetten. Je hoeft geen psycholoog te zijn om de dubbele bodem te snappen: Ensor had effectief koudwatervrees als het op het andere geslacht aankwam…