Lynsey, inwoner:
Op het originele schilderij houdt de vrouw een vis in haar linkerhand, een pruik in de rechter. Street artist Jaune maakte er onze poes van. Dat zal Ensor zeker plezant gevonden hebben.
Je moet weten, Ensor is opgegroeid in de souvenirwinkel van zijn familie aan moederskant. Dat was een grot van Ali Baba met schelpen, maskers, opgezette dieren en zelfs een zogezegde zeemeermin, samengesteld uit een gemummificeerd vissenlijf en een apenkopje. Maar er zaten ook levende beesten. Verschillende poezen kronkelden over de schelpen en rariteiten. Het rook er een beetje naar kattenpis. Zijn excentrieke oma had zelfs een aapje en een papegaai, waarmee ze ook op wandel ging in de straten van Oostende. Onze James hield het bij zijn twee mopshondjes.
Later in zijn leven heeft Ensor een paar woedende pamfletten geschreven tegen dierenmishandeling. Vooral tegen de praktijk van vivisectie: dierenproeven op levende honden en apen. Hij was een echte dierenvriend. En voor de petite histoire: toen ze hem eens vroegen naar zijn lievelingsdieren, noemde hij de dolle krab, de vlinder, de hermelijn en de plithofritocinocampophotobarbeaumussidextrispiliomekostino. Daar kan Mary Poppins nog iets van leren!