Joke, inwoner:
Het gaat er warm aan toe in de linkse badkar. Ook op de rest van De baden van Oostende wordt er gezoend en stevig gekronkeld in de golven. Badkar nummer 22 is zelfs letterlijk een bordeel. We mogen niet roddelen, maar hoe zat dat eigenlijk met Ensor en de liefde?
Eerst de feiten. Hij is ongehuwd en kinderloos gestorven. Het grootste stuk van zijn leven heeft hij, op en af, samengewoond met zijn moeder, zijn zus en zijn tante. Zijn meest intense vriendschappen en briefwisselingen waren met vrouwen. Mariette Hannon, Emma Lambotte, Augusta Boogaerts: allemaal vrouwen die figureren in zijn portretten en waar hij zeker van hield. Maar werd het ooit vleselijke liefde? Psychoanalysten hebben er al bomen over opgezet, maar eigenlijk weten we maar één ding zeker: we weten het niet.
Het lijkt erop dat Ensor het liefdesspel vooral van buitenaf bekeek. Hij wist welk belang de seksuele driften speelden, maar nam er niet aan deel. L’amour, c’est les autres. Hij keek door het sleutelgat, een beetje zoals de gluurder aan de badkar op De baden van Oostende. Hij bloost ervan, maar verder dan dat gaat het niet.
En dan toch één roddel: in 1913 is Ensor na een vernissage mee op zwier gegaan in een Antwerps bordeel, met Rik Wouters en een paar andere kunstenaars. Een getuige schreef dat Ensor in zijn wijde zwarte mantel bleef zitten en “met begerige oogjes” keek. Maar zijn handen? Die hebben het handvat van zijn paraplu niet losgelaten.